Vorige week verbrak Dafne Schippers het wereldrecord op de 100 meter sprint. Een zeer uitzonderlijke prestatie, waar veel doorzettingsvermogen, discipline en uren trainen voor nodig zijn geweest.
De volgende dag had iedereen er een mening over en in een van de vele columns stond de volgende zin:
“Wel goed dat ze desondanks zo gewoon gebleven is”.
Ze is wereldkampioen op de 100 meter sprint … zij is niet gewoon gebleven. Zij is gegaan voor het ultieme. Zij is gegaan voor het alles uit zichzelf halen. Zij is gegaan voor haar doel en is niet gestopt tot ze er was.
Zij is alles behalve gewoon gebleven.
Wat is dat voor Nederlandse cultuur, dacht ik toen, dat we elkaar aanmoedigen toch vooral ‘gewoon’ te blijven? Wat is er zo geweldig aan gewoon blijven?
Waarom moedigen we elkaar niet aan om bijzonder te worden, om te gaan voor het ultieme, om te gaan voor het alles uit jezelf en uit het leven halen? Om te gaan voor je doel, je droom en niet te stoppen totdat je er bent?
Wat zit de Nederlandse taal eigenlijk vol met ontmoedigende slogans.
– Doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg.
– Steek je kop niet boven het maaiveld.
– Groot geworden door klein te blijven …???
Hoeveel talenten en dromen zijn er al blijven liggen, omdat we dergelijke woorden van jongs af aan in onze oren krijgen geknoopt?
Hoe zit dat bij jou?
Blijf alsjeblieft niet gewoon.
Wees je meest fantastische uitzonderlijke bijzondere opvallendste geweldigste zelf!
yvonne delgorge
op 09 Sep 2015Christiaan Stronks
op 25 Feb 2020Pauline Hofstra
op 09 Sep 2015Ans Cornelissen
op 10 Sep 2015Marijke
op 21 Apr 2016DanielNem
op 08 Mar 2019