Mensen zijn mensen en een belangrijk kenmerk van mens zijn, is dat je altijd in ontwikkeling bent.
Vandaag kun je dingen, die je gister nog niet kon. Net zo goed als dat je vandaag dingen niet kunt,
die je morgen wel kan. Dat is gewoon een feit.
Een mens is eigenlijk een beetje als gatenkaas. Je bestaat aan de ene kant uit wat er is (de kaas)
en aan de andere kant is er ook nog veel te leren, wat er nu dus nog niet is (de gaten).
Dat wat er is (de kaas), dat zijn je eigenschappen, je talenten, je vaardigheden, je ervaringen, je (eigen)wijsheid.
Dat wat er nog niet is (de gaten), dat is je groeipotentieel.
Sommige van die gaten kun je wegwerken, sommige gaten zul je altijd blijven houden.
Gewoon, omdat dat dingen zijn waar je niet zo goed in bent, of te weinig interesse in hebt om er echt tijd in te investeren om het te leren.
Maar dat is niet erg, je was tenslotte gatenkaas. En wat is gatenkaas zonder een paar mooie gaten?
Als er dingen mis gaan, of als we fouten maken, dan komt dat meestal door de gaten. Op dat moment doen we wat wij denken dat het beste is. En dan gaat het toch fout.
Dat was dus een gat in je kennis of een gat in je vaardigheden. Maar dankzij deze fout, weet je nu weer meer en een volgende keer doe je het anders.
Dat noemen we voortschrijdend inzicht, zo gaat dat nu eenmaal.
“De enige mensen die geen fouten maken, zijn mensen die slapen”.
(“Of dood zijn!”, riep laatst een cursist ad-rem).
We hebben dus het meeste last van onze “gaten”. Daar zijn we dan vaak ook op gefocust.
Hierdoor zit er echter een kans in dat je zo bezig bent met je gaten, dat je vergeet dat er ook nog heel veel kaas is, dat er ook nog heel veel dingen zijn die je wel goed doet en die er wel goed gaan.
Hier kun je dan behoorlijke moedeloos van worden.
Zeker als je op een gegeven moment denkt dat je alleen nog maar gat bent! Want dan ben je voor je gevoel inderdaad letterlijk niets!
Zo’n gat wordt dan ook steeds groter en steeds belangrijker.
Maar je bent geen gat.
Je bent kaas.
(Met hier en daar een gat.)
Als je meer eigenwaarde wilt ontwikkelen, dan moet je je dus meer bewust worden van je ‘eigen waarde’. Iedereen heeft talenten en positieve eigenschappen en ‘kan dingen’.
Hoe meer je (weer) leert kijken naar je kaas, des te minder belangrijk en groot je gaten worden. En als er dan wel een gat zit, waarvan je denkt: “daar wil ik echt van af”, dan kan dat makkelijker omdat je grond hebt op te staan (= je kaas), je hebt een basis om vanuit te beginnen.
Hoe meer je naar je kaas kijkt, hoe beter je met je gaten om kunt gaan!
En ter geruststelling: het heet gatenkaas: dus er is altijd meer kaas dan gat!
(anders had het kaasgat geheten).